‘Studenten niet overstelpen met jouw kennis, maar prikkelen om zelf met oplossingen te komen.’
Mata Haggis-Burridge rondde zijn bachelor in Art & English en vervolgens zijn PhD af aan de University of Winchester in Engeland, zijn geboorteland. Al op jonge leeftijd was hij gegrepen door wat je allemaal met computers kunt doen. Tijdens de middelbare school maakte hij kunst op de computer. Toen hij studeerde, maakte hij als hobby games en animaties. Deze waren zo succesvol dat het zeven jaar lang zijn belangrijkste werk was. Nadat hij zijn studies had afgerond, werkte hij bij twee studio’s. In 2010 verhuisde hij naar Nederland om docent aan Breda University of Applied Sciences (BUas) te worden. ‘Heel eerlijk: het betaalde beter dan de baan die ik had. Bovendien had ik door de jaren heen vaker lesgegeven. Het leek me fijn om daar mijn fulltime baan van te maken.’
Specialiseren
Het was een hectische periode, blikt Mata terug: ‘De bacheloropleiding Creative Media & Game Technologies was nieuw. De werkdruk was extreem hoog. We schreven nog aan het curriculum van de opleiding terwijl we ook al lesgaven. De opleiding is bewust opgezet om hooggekwalificeerde afgestudeerden af te leveren. Zij moeten op dag één klaar zijn voor hun werk als zij als game developer beginnen in een studio. Die doelstelling is niet veranderd, maar we hebben de opleiding wel doorontwikkeld. In het oude curriculum moesten ze in alle onderdelen van het werk hun studiepunten halen; nu willen we juist dat ze zich specialiseren. De één wordt gelukkig van het ontwerpen van combat games, de ander wil liever level designer worden. Op deze manier vinden zij hun eigen rol binnen een team en zijn ze aan het eind van de studie klaar voor hun job. Bedrijven in onze sector hebben geen tijd om iemand eerst een halfjaar in te moeten werken.’
Gezondere werkethos
Vergeleken met tien jaar geleden is de gamesindustrie technologisch lichtjaren vooruitgegaan. Voor Mata en zijn collega’s is dat een voortdurende uitdaging: ‘Als docent of lector moet je zoveel mogelijk kunnen aanhaken op wat er in de industrie gebeurt. Dat is niet uniek, maar in ons werkveld is dit wel extreem belangrijk.’ Een van de positieve ontwikkelingen in de gamesindustrie is dat het werkethos gezonder is geworden: ‘Tien jaar geleden was het gebruikelijk om nachten door te werken aan een game. Op sommige plekken gebeurt dat nog steeds, maar de norm is toch steeds meer dat bedrijven juist willen voorkomen dat hun mensen onder de werkstress bezwijken.’
Robuustheid
Inmiddels is hij als lector vooral bezig met het binnenhalen van onderzoeksprojecten. Daarnaast begeleidt hij een groep masterstudenten: ‘Ik geef groepslessen, maar doe ook veel aan individuele begeleiding. Ik vind het belangrijk om de persoonlijkheid van mijn studenten te ontdekken: waar worden ze blij van, waar zijn ze bang voor? Ik probeer ze heel voorzichtig wat robuustheid bij te brengen, want in de gamesindustrie heb je je persoonlijkheid nodig om te overleven. Tegelijkertijd is empathie en nederigheid ongelofelijk belangrijk: je moet gevoelig zijn voor de behoeftes van anderen.’
De open mind die hij van studenten verwacht, legt hij ook zichzelf op: ‘Onderwijs is voor mij samenwerking. Ik overstelp studenten niet met kennis, maar nodig studenten uit om zelf op zoek te gaan en met oplossingen te komen. De resultaten komen bijna altijd overeen met wat ik zelf had bedacht. Sterker nog: regelmatig word ik verrast door hun ideeën. Iedereen kan googelen, maar de kunst is om alle beschikbare kennis kritisch te beoordelen en de vragen te stellen die daarachter liggen.’
Circusartiest
Hij herinnert zich de eerste keer voor de klas nog, in 2010: ‘Een student kwam op me af en vroeg of ik nerveus was. Ik antwoordde dat ik ooit circusartiest was geweest, als bijbaantje tijdens mijn studie. Toen moest ik in een drukke circustent van meters afstand brandende pijlen gooien naar iemand anders. Dat was pas spannend! Het mooie aan lesgeven is dat alle krachten samenkomen die je tijdens je hele leven hebt opgebouwd. Onderwijs is veel meer dan anderen vaardigheden bijbrengen; je laat jonge mensen groeien, zodat zij begrijpen wie ze zijn en hoe zij zich met andere mensen kunnen verbinden. Als docent breng je jouw passie en persoonlijkheid mee. Als jij niet enthousiast bent over wat je inbrengt, dan halen studenten hun schouders op.’