Terug naar blogoverzicht

Gaat u maar gewoon verder hoor

Het is periode twee, les één van de training Mediation voor derdejaarsstudenten Sociaal Werk. In deze training leren zij hoe ze conflicten kunnen begeleiden in de rol van onpartijdige bemiddelaar. Waar ze al ervaring hebben met het begeleiden van individuele cliënten, is het bemiddelen tussen ruziënde partijen een compleet andere verhaal. Ze vinden het moeilijk om én onpartijdig te zijn én tegelijkertijd betrokkenheid te tonen bij beide verhalen. En dan moet het conflict ook nog op de een of andere manier worden opgelost.

De rijdende rechter

Na een korte introductie over het onderwerp start ik een aflevering van De Rijdende Rechter en verdeel ik de klas in drieën. Het eerste groepje maakt een inventarisatie van de problemen die er spelen. Het tweede groepje krijgt de opdracht om de positieve gedragingen en gedachten van beide kanten op te schrijven. Het derde groepje vraag ik om te letten op wat hen verbindt met elkaar, wat gezamenlijke belangen en behoeften zijn.

Ze worden opgeleid tot hulpverlener dus signaleren wat er mis is, gaat ze inmiddels makkelijk af.

Voor paal op televisie

Het eerste groepje weet me snel te vertellen wat er allemaal misgaat en wat de problemen zijn. Ze worden opgeleid tot hulpverlener dus signaleren wat er mis is, gaat ze inmiddels makkelijk af. Het tweede groepje heeft het moeilijker.

‘Nou, die ene mevrouw had die andere wel eens uitgenodigd voor koffie’, zegt iemand.
‘En die ene wilde de ander een hand geven’, vult een ander aan.
‘Die stond anders mooi voor gek’, roept iemand uit het groepje die het probleem beschrijven. ‘Het is toch asociaal. Je kunt toch op zijn minst iemand een hand geven ook al heb je problemen?’
Even is het stil.
‘Ze willen het allebei oplossen’, zegt iemand uit groepje drie. ‘En ze houden van hun tuin en…’, ze kijkt even in haar aantekeningen, ‘…ze willen allebei eigenlijk geen ruzie’.
‘En ze staan allebei voor paal op televisie’, roept grapt een van de studenten. De klas barst in lachen uit en iedereen is het met elkaar eens: nooit zouden ze meedoen aan zo’n programma.

Wat is het mooi dat ik ze mag leren over hoe te bemiddelen bij conflicten.

Wereldproblemen

In de pauze dwalen mijn gedachten af. Wat is het mooi dat ik ze mag leren over hoe te bemiddelen bij conflicten. En wat goed dat ze leren vertrouwen op de oplosbaarheid van problemen. Straks mag ik ze nog vertellen over het zien van het halfvolle glas, de bril opzetten van kansen en mogelijkheden en welke deuren dat opent bij het oplossen van conflicten.
Mijn gedachten dwarrelen verder. Naar de politiek. Naar wereldproblemen. Naar de oorlogen. En hoe mooi het kan zijn om conflicten op te lossen. Als men maar wil.  Ze zullen in de rest van de wereld toch ook wel weten dat het blijven verschuilen achter standpunten escalerend werkt en dat de oplossing ligt in het bouwen van bruggen zodat je elkaar in het midden gaat ontmoeten?  Ik zucht.
‘Tot hoe lang hebben we pauze? Kan ik nog even een broodje halen?’
Ik schrik op uit mijn gedachten. ‘Ja, is goed. Je hebt nog vier minuten’.
Misschien heb ik het er zo over met ze. Of niet en laat ik het even zo.

Loden bal

‘Ok, lieve mensen, we gaan verder’. Met duidelijke stem laat ik weten dat de pauze voorbij is.  Langzaam sta ik op en ga in het midden van het lokaal staan. Ik maak kort even oogcontact met de studenten. Als iedereen zijn telefoon heeft opgeborgen en de stilte terugkeert zeg ik met een rustige stem: ‘ik zat net te denken, hoe komt het nou dat grote conflicten zoals nu in Israël blijkbaar niet kunnen worden opgelost?’
Stilte. De vraag landt als een loden bal in het klaslokaal.
Dan gaat de deur open. ‘Ja sorry dat ik te laat ben’. De binnengekomen student schiet naar haar stoel met een dampend broodje kroket in haar hand. ‘Gaat u maar gewoon verder hoor’.

De les is weer begonnen.