Dochter
Dit jaar werk ik precies zeventien jaar voor Inholland. Nu is zeventien niet echt een jubileumjaar, maar voor mij wel: ik heb zeventien jaar geleden de overstap van de journalistiek naar het hbo-onderwijs gemaakt toen mijn dochter werd geboren. En dat betekent dat ik dit jaar voor het eerst studenten in de klas heb zitten die even oud zijn als mijn dochter. Een aparte ervaring, vooral omdat zij nu zelf voor de keuze staat welke opleiding zij gaat kiezen.
Dubbelrol
Ik heb dus een dubbelrol. Aan de ene kant probeer ik zelf tijdens open dagen zoveel mogelijk (aankomende) studenten en hun ouders te overtuigen dat ze vooral voor communicatie aan de hogeschool Inholland moeten kiezen, anderzijds begeleid ik mijn dochter ook tijdens Open Dagen. Mijn dochter twijfelt tussen twee totaal uiteenlopende studies: of het conservatorium of rechten. Of hbo of universiteit. En ook nog eens tussen studiesteden: Rotterdam, Leiden of Amsterdam.
Dat betekent dat ik dit jaar voor het eerst studenten in de klas heb zitten die even oud zijn als mijn dochter.
Pleasen
Dat ze als geboren en getogen Rotterdammer het tegenwoordig waagt om te dromen van een studie in ‘020’, heeft ze deels aan mij te danken, omdat ik iets te lovend was over ons Open Dag-uitje naar Amsterdam. Eerlijk gezegd was ik behoorlijk onder de indruk. Allereerst gingen we naar communicatiewetenschap van de Universiteit van Amsterdam, dat gehuisvest is in de prachtige Oude Lutherse Kerk. Waarom ze per se naar communicatie wilde, weet ik nog steeds niet. Misschien gewoon om haar vader te pleasen, die immers docent communicatie is. We waren ruim op tijd. Terwijl mijn dochter in een van de houten banken plaatsnam, haalde ik in de ontvangstruimte een bakje koffie. Maar toen ik wilde teruglopen naar de kerkzaal, werd ik door een geel hesje tegengehouden. Geen koffie in de kerk, was de boodschap. Daar zat wel wat in, dus slurpte ik langzaam mijn koffie leeg. Maar al rap trilde mijn mobieltje. Een appje van mijn dochter: ‘waar blijf je!’ Dat was toch mooi om te ontdekken: dat je dochter nog niet zonder je kan.
Inklaptafeltje
De presentaties waren volgens een beproefd recept: zorgvuldig geselecteerde studenten gaven testimonials en een docent gaf een mini-college. Vergelijkbaar met ons. Mijn dochter raakte niet onder de indruk en schrapte communicatie van haar lijstje. Eenmaal buiten had ik amper tijd om even op adem te komen. Mijn dochter dirigeerde me met haar mobieltje in haar hand richting de tram. Op naar de campus Roeterseiland voor de presentatie van rechten. Deze nieuwe campus bleek te liggen in de buurt van Artis, in een lommerrijke wijk. Dit keer namen we plaats in een grote collegezaal, die al vrij vol was. Alleen op de tweede rij, in de hoek, waren nog plaatsen over. Terwijl ik plaatsnam, worstelde mijn dochter met het inklaptafeltje. Ze kreeg het niet voor elkaar om dat ding uit te schuiven dus keek ze verwachtingsvol richting mij. Het was niet zomaar een moment, realiseerde ik me onmiddellijk. Het was symboliek ten top. Terwijl mijn dochter in alles klaar lijkt voor een nieuwe sprong in haar leven – haar eerste songs staan inmiddels op Spotify – heeft ze toch nog een vader nodig, die weet hoe je in een collegezaal het tafeltje moet uitklappen. Terwijl ik in ons gezin toch te boek sta als de meest onhandige.
Ik heb te vaak gehoord dat studenten omwille vanhun ouders voor een bepaalde studie hebben gekozen.
Persoonlijke aandacht
Ik kon mijn aandacht niet bij de presentatie houden. Ik mijmerde over mijn eigen studietijd die ooit ook in zo’n grote collegezaal begon. Meestal schoof ik achteraan aan, zodat ik weer makkelijk weg kon glippen. Toentertijd vond ik dat wel prettig, nu niet meer. Als hbo-docent waardeer ik juiste de kleine klassen en de persoonlijke aandacht die je aan studenten kunt geven. Voor meer en meer studenten met een vwo-achtergrond is dit ook een reden om voor het hbo te kiezen. “Ik werd gek van de grote, anonieme collegezalen”, zo verklaarde onlangs een eerstejaars zijn overstap naar het hbo.
Mijn dochter heeft inmiddels haar eerste brieven van DUO binnen en een nieuw wachtwoord aangevraagd voor haar DigiD om haar inschrijvingen in orde te maken. En dat duwt mij weer in mijn dubbelrol. Wat adviseer je haar?, krijg ik vaak te horen. Ach, misschien is dat mijn handicap wel. Dat ik te vaak van studenten gehoord heb dat ze omwille van hun ouders voor een bepaalde studie hadden gekozen. Met als resultaat: vroeg of laat spijt en frustratie.
Dus houd ik me maar wat tactisch op de vlakte en droom ik er stiekem van dat ze als ‘zingende advocaat’ de Voice of Holland wint.