Afgekickt
Op het kookeiland bij mij thuis vond ik een verfrommeld A4'tje van mijn zoon. Het was een beoordelingsformulier van een presentatie die hij als eerstejaarsstudent moest geven. Alle criteria pasten net op beide kanten van het formulier - meer dan dertig in totaal! Ik voelde medelijden voor mijn collega's (van een andere hogeschool) die deze beoordelingen moesten doen. Hoe lang zou zo’n presentatie moeten duren? Misschien maximaal tien minuten? Hoe konden ze alle criteria in acht nemen? En konden ze nog wel gewoon naar de presentatie kijken?"
Portfolio’s
Ik kan me herinneren dat ik dit ook moest doen. Zeer frustrerend was dat, dat dogma van een formulier. Maar gelukkig is dat voor mij inmiddels old skool. Vier jaar geleden hebben we ons systeem drastisch omgegooid: geen traditionele tentamens meer, maar portfolio’s gebaseerd op feedback van experts, coaches en medestudenten. Ik moest er wel even wennen, maar inmiddels ben ik meer dan om: cijfers geven op basis van zeer gedetailleerde toetscriteria is heel kunstmatig en zorgt ervoor dat we een structuur in stand houden waarin de studenten geprogrammeerd worden om precies te doen wat wij als docenten willen.
Onderwijs is veel meer dialoog geworden in plaats van eenrichtingsverkeer, in de zin dat de docent alles bepaalt.
Bij portfolio’s is dat net andersom: we dagen studenten uit om zelf initiatieven te nemen en een visie te ontwikkelen op hun vak. Van begin af aan zijn ze zelfsturend, al is dat het allesbehalve makkelijk. Het is een lang proces van vallen en opstaan. Voor zowel de student als de coach. Wat mij hier aan boeit is dat we beiden aan het leren zijn, onderwijs is veel meer dialoog geworden in plaats van eenrichtingsverkeer, in de zin dat de docent alles bepaalt.
Pitch
Pas had ik de eer om weer cijfers te mogen uitdelen. Dit gebeurde in het kader van een internationaal project, een zogeheten Blendid Intensive Program over fashion & communication, waarin we als Hogeschool Inholland samenwerken met de Erasmushogeschool Brussel en de Hochschule der Medien Stuttgart. Na vier weken online gewerkt te hebben vond de fysieke week plaats in Brussel en een van de onderdelen was het geven van een pitch voor de opdrachtgever. Voor de pitch waren uiteindelijk 20 punten te verdienen van het eindcijfer en samen met Belgische en Duitse collega had ik de eer om hiervoor punten te geven.
Uniek
Eerlijk gezegd kostte het me grote moeite. Mijn internationale collega’s hielden hele discussies of een bepaalde groep nu 13, 14 of 15 punten zouden krijgen. Het boeide mij niet zo, mede omdat ik – zeker niet in het Engels – uit kon leggen wat het verschil zou kunnen zijn tussen 13 of 14 punten. Mijn collega’s hadden echter een groot voordeel. Toen eenmaal alle punten voor de pitch waren bepaald, stopten ze die in een Excel-bestand en binnen no-time kwamen de eindcijfers eruit rollen. En klaar waren ze. Op naar het volgende project!
Voor mij begon het werk pas echter. Want eenmaal thuis stroomden de eerste portfolio’s binnen van mijn studenten en dat zijn dikke reflecties op basis van hun leeruitkomsten. Elk student heeft weer een geheel ander verhaal en laat ook andere bewijsstukken zien. Dat maakt elk portfolio een uniek document. Het nakijken (het gaat om feedback) is allesbehalve eenvoudig, vaak ben ik meer dan een uur per portfolio kwijt.
Te lang hebben we studenten gezien in termen van cijfers. Een vijf of zes? Dat ging wel heel makkelijk. Zeker een 5,5.
Tailor made
De term feedback-moeheid is bij ons al meerdere keren gevallen. Maar toch: ik zou niet meer terug willen, ik ben inmiddels helemaal afgekickt van cijfers. Te lang hebben we studenten gezien in termen van cijfers. Een vijf of zes? Dat ging wel heel makkelijk. Zeker een 5,5. Dan was je er direct van af. Een portfolio dwingt je heel anders naar een student te kijken, vertraagd en met meer aandacht voor de persoon zelf. Dat is een intensieve klus, tailor made. Het is soms zuchten en steunen, maar alles beter dan die ouderwetse toestcriteria.