Uitzicht op de toekomst
Soms kan mijn dag niet beter beginnen. Dan fiets ik over de Erasmusbrug en staat het stopplicht op groen. Ik hoef niet af te remmen en sjees langs het Nieuwe Luxor naar de Rotterdamse vestiging van de hogeschool Inholland. De school staat op een van de mooiste locaties van Rotterdam, of moet ik zeggen: op een van de mooiste locaties in Nederland. Alleen al voor het gebouw werk ik hier al jaren met plezier. Vanbinnen is het net een moderne bijenkorf van staal en glas, met roltrappen, zwevende verdiepingen en open werkruimten die vaak volop bezet zijn door studenten die aan een opdracht werken. Mijn werkplek is op de achtste verdieping. Ik heb zowel uitzicht op de studenten, als op de Rijnhaven en het schiereiland Katendrecht waar de lofts in snel tempo worden gebouwd.
Het gebouw is ook op een andere manier bijzonder; het staat op een symbolische plek in Rotterdam, daar waar Zuid en Noord elkaar raken. In geen enkele Nederlandse stad zijn de tegenstellingen zo groot als in Rotterdam Noord en Zuid. Een paar opvallende cijfers, die ook vaak naar voren kwamen tijdens de recente gemeenteraadsverkiezingen. In het multiculturele Zuid zijn slechts zeven op de honderd kinderen lid van een sportclub, in Noord is dat percentage zeventig! Ook is het verschil in sterftecijfer opmerkelijk. Op Zuid, zo beweerde de Pvda-lijsttrekker tijdens een debat op Inholland, leven mensen gemiddeld zeven jaar (!) korter dan in de wijk Nesselande, een mooie nieuwbouwwijk aan de rand van de Zevenhuizer plassen. Geen wonder dan ook dat veel verslaggevers voorafgaande aan de verkiezingen Zuid indoken om de ongelijkheid te beschrijven.
Calvijn
Ook ik dook onlangs Zuid in. Niet om mijn oude vak van journalist weer op te pakken, maar voor een conferentie voor de aansluiting tussen het voortgezet onderwijs en het hbo, die werd gehouden op de Calvijn Business School. Ik besloot van Inholland naar het Calvijn te lopen. Onbekend terrein is Zuid allerminst voor mij. Als student heb ik er jaren gewoond en ook in de eerste jaren van ons huwelijk woonden we ‘op Zuid’, zoals ze dat hier zeggen. Maar ons verhaal is ook het verhaal van Rotterdam: veel studenten beginnen op Zuid, maar als ze later een baan hebben en carrière maken, vertrekken ze naar Noord of naar een groeikern buiten Rotterdam. Zelf wonen we al geruime tijd in het groene Schiebroek aan de rand van de stad, een wijk waar de huizenprijzen de laatste twee jaar enorm zijn toegenomen.
Maar ons verhaal is ook het verhaal van Rotterdam: veel studenten beginnen op Zuid, maar als ze later een baan hebben en carrière maken, vertrekken ze naar Noord of naar een groeikern buiten Rotterdam.
Op Zuid, op loopafstand van het dynamische Manhattan aan de Maas, lijkt de tijd stil te hebben stilgestaan. Natuurlijk is het winkelbestand veranderd – er waren 25 jaar geleden nog geen belwinkels en nauwelijks Turkse bruidsmodezaken – maar de huizen ogen nog steeds weinig aanlokkelijk. Veel dicht op elkaar gebouwde, naoorlogse woonblokken, die toentertijd uit de grond werden gestampt om de ergste woningnood te ledigen. Tegenwoordig zijn het meer en meer Oost-Europeanen die hier huizen: Polen, Bulgaren. Er zijn veel auto’s met witte nummerborden.
Bevreemd trok ik door de straten en in een kille wind bereikte ik de Calvijn Business School. Aparte naam, dacht ik. Want Calvijn associeer je niet direct met zaken doen en hoeveel leerlingen van deze school zouden überhaupt nog de naam Calvijn kunnen duiden? Maar mijn gemijmer verdween snel toen de conferentie begon met een soort mini-collegetour. Op het podium zaten zo’n tien (ex)-leerlingen van de school. Eentje herkende ik: dat was de jongen die eerder naast mij had gezeten. Hij had zich spontaan voorgesteld en we waren in gesprek geraakt. Hij zat in het examenjaar van de havo en had zich ingeschreven voor een business-studie op de hogeschool Rotterdam. Ondernemen, dat wilde hij. En hij zei het met volle overtuiging.
Trots
Diezelfde overtuiging zag ik ook bij die andere leerlingen. Een leerling uit Havo 3 vertelde, toen ze een vraag kreeg voorgeschoteld, dat ze allereerst trots was. Trots op haar school: de Calvijn Business School. Ik weet niet meer waar de vraag over ging, maar dit bleef bij mij wel hangen. In de afgelopen verkiezingscampagnes werden allerlei negatieve associaties over Zuid uitgestrooid, maar trots? Nee, dat had ik eigenlijk niet of nauwelijks gehoord.
Een stuk vrolijker verliet ik de school weer en besefte hoe bijzonder het is om in het onderwijs te werken. Juist in het onderwijs vallen verschillen tussen Noord en Zuid weg. Daar draait het uiteindelijk maar om één ding en dat is ambitie. Dat viel me ook op tijdens het Rotterdamse verkiezingsdebat dat uitgezonden werd vanuit de hogeschool Inholland. Waar de lijsttrekkers er alles aan deden om de verschillen tussen de partijen te benadrukken, haalden de studenten – en die zijn er bij ons in alle kleuren en maten – hun schouders op. Alsof ze wilden zeggen: dit werkt niet meer en zeker niet in Rotterdam.
Wij bieden uitzicht op de toekomst van Rotterdam!
Vandaar mijn tip aan alle journalisten die voorafgaande aan de verkiezingen gewoontegetrouw Zuid intrekken: kom bij de volgende verkiezingscampagne eerst eens langs bij onze hogeschool op de Kop van Zuid. Woon eens een les bij, of schuif aan bij een projectgroepje. Proef de ambitie. En wees verbaasd over het uitzicht op de achtste. Want dat doen wij als hogeschool: wij bieden uitzicht op de toekomst van Rotterdam.
Reacties
Super Jaap. Trots op jou en trots op ons onderwijs en op onze hogeschool!