Terug naar blogoverzicht

“The greatest teacher, failure is”

Vorige week zat een derdejaarsstudent bij mij op de kamer. We raakten aan de praat over haar stage bij een Medisch Orthopedagogisch Centrum. Vol trots vertelde ze over de wijze waarop ze ouders van jonge kinderen met een ontwikkelingsachterstand, opvoedingsproblemen of psychiatrische problemen ondersteunt in de opvoeding. Ik vond het zo leuk om te zien hoe haar ogen twinkelde toen ze vol passie sprak over haar interventie om een jongetje via pictogrammen de regie te geven over zijn eten.

Toen ik de student vroeg naar haar visie op de impact van alle transities in de jeugdzorg op de jeugdhulp, werden haar ogen echter glazig. Ik vroeg aan de student wat er met haar gebeurde. Ze vertelde me dat het niet kunnen beantwoorden van mijn vraag voelde als een persoonlijk falen: van zichzelf mocht ze geen fouten maken. Ik vond het heftig om te horen dat deze studente geen fouten van zichzelf mocht maken. Tegelijkertijd realiseerde ik me dat zij daarin niet de enige student is. Deze situatie zette mij aan het denken over mijn eigen rol als docent in het hoger beroepsonderwijs. Ik begon me af te vragen waarom studenten zichzelf geen fouten meer gunnen en wat ik daar als docent aan zou kunnen doen.

Ik vond het heftig om te horen dat deze studente geen fouten van zichzelf mocht maken.

Fouten in ons systeem?

Ik begrijp dat er vanuit verschillende perspectieven meerdere verklaringen zijn voor de druk die sommige studenten ervaren om foutloos te moeten presteren. Een verklaring die mij raakte, is die van Paul Verhaeghe, een Vlaamse klinisch psycholoog die geïnteresseerd is in de invloed van maatschappelijke veranderingen op psychologische en psychiatrische moeilijkheden van mensen.

Eén van de punten die ik uit zijn werk haalde, is dat we als docenten in het onderwijs ook de alom heersende mens- en maatschappijbeelden overbrengen. Een geldend mensbeeld in onze huidige samenleving is volgens Verhaeghe de hoge nadruk op het individuele succes: je moet als mens succesvol zijn. Wie niet slaagt, heeft dat aan zichzelf te wijten. Die zien we als een loser, als iemand die gefaald heeft. Ik realiseerde me door het werk van Verhaeghe dat er fouten in ons huidige systeem zitten waar ook ik aan bij blijf dragen.

Hoe ons systeem te kraken?

Ik denk dat het aan mij als docent is om op zoek te gaan naar kleine en grote kansen om ons systeem te kraken. Een conferentie over recente bevindingen uit het onderwijsonderzoek zette mij hierover aan het denken. Tijdens deze conferentie besprak de psycholoog Harold Bekkering dat onze hersenen een voorspellingsmechanisme zijn: de neuronen in onze hersenen maken modellen van wat we zien, voelen en zijn.

Ik denk dat het aan mij als docent is om op zoek te gaan naar kleine en grote kansen om ons systeem te kraken.

Volgens Bekkering maken onze hersenen deze voorspellingsmodellen om verrassingen te voorkomen. Als onze voorspellingen niet blijken te kloppen, gaan we leren en worden onze voorspellingsmodellen rijker. Dit betekent volgens Bekkering dat docenten studenten uit moeten dagen om hun voorspellingen te onderzoeken, want dan pas leren zij dat deze niet altijd kloppen. Wanneer voorspellingen niet kloppen, is het niet de bedoeling om studenten hierop af te straffen met lage beoordelingen, want dan ervaren studenten dat fouten maken niet mag. Nee, het is juist de bedoeling om studenten al vragend te laten ontdekken wat ze nog moeten leren. Eigenlijk is het aan ons docenten om uit te dragen wat Yoda tegen Luke Skywalker zegt in de laatste Star Wars film: “Pass on what you have learned. Strength, mastery, but weakness, folly, failure also. Yes: failure, most of all. The greatest teacher, failure is”.

Een gesprekje met een derdejaarsstudent over haar stage kan dus tot zoveel meer leiden. Ik denk ook dat het bij mijn werk hoort om mijn handelen continu te overdenken, want alleen dan kan ik met kleine stapjes het onderwijs verbeteren.