Tem die deadlines!
Met opgetrokken schouders zit ik achter mijn bureau. Ik besef dat ik eigenlijk een rondje moet lopen om mijn stijve nek te ontlasten, maar het is momenteel een race tegen de klok. Ik kijk om me heen en zie mijn collega’s allemaal in dezelfde gespannen houding achter het bureau zitten. Normaal is onze kamer vrij rumoerig. Zeker als alle zeven collega’s compleet zijn. Nu hoor ik enkel het geluid van tikkende (soms rammende) vingers op het toetsenbord, de zachte muziek van een koptelefoon die net een tikkeltje te hard staat en het krakende geluid van een reep chocolade, die wordt aangebroken voor de extra arbeidsvitaminen. Het is het einde van het tweede semester. Het is tentamenweek. In de komende drie weken breekt het moment van de waarheid aan voor onze propedeusestudenten; moeten ze gaan of kunnen ze blijven? Een korte periode waarin docenten ploeteren om alle tentamens op tijd te verwerken. Hoe gaan wij deze nakijkstress te lijf zonder de controle over onszelf te verliezen en de kwaliteit op peil te houden?
Agenda is heilig
Mijn planning voor deze periode lag een maand geleden al klaar. Allereerst heb ik alle toetsen op een rij gezet en deze aangevuld met de nodige gegevens; het aantal studenten voor elke toets, de deadline voor de cijferverwerking in Osiris, de afnamedata van de eerste kans en de herkansing, de datum van de inzage en de externe factoren die een rol spelen bij de beoordeling van mijn toetsen. Op basis van deze informatie maak ik een planning waarin ik realistische blokken incalculeer voor het nakijken (op basis van aantal studenten * toetsvorm). Voor dit blok komt het neer op 110 meerkeuzetoetsen, 80 schriftelijke tentamens met open vragen en 30 beroepsportfolio’s die tot op de minuut in de agenda gepropt zitten. Binnen de HHs worden meerkeuzetoetsen verwerkt door het Digitaal Toetscentrum. Ondanks de heldere instructies op het intranet ben ik toch zo’n overijverige juf die alle risico’s wil uitsluiten met het gevolg dat ik mijn collega’s van het toetscentrum (tot in den treure) heb bestookt met vragen. Vragen die altijd met veel geduld (waarvoor dank) werden beantwoord. Inmiddels liggen alle formulieren klaar op mijn bureau.
Ik merkte stiekem dat er een spanning van me afgleed, toen ik een paar voorzichtig blije gezichten spotte bij de studenten die het eerst naar buiten kwamen
Stoom afblazen
Tijdens het schrijven van deze blog zit ik semi-ongeduldig te wippen op mijn bureaustoel. Ik wacht op het verlossende mailtje van het examenbureau om het meerkeuzetentamen Free Publicity van de eerstejaars op te halen. Een uur geleden stond ik mijn studenten nog op te wachten in de grote hal om de eerste reacties van het tentamen te peilen. Ik merkte stiekem dat er een spanning van me afgleed, toen ik een paar voorzichtig blije gezichten spotte bij de studenten die het eerst naar buiten kwamen. Ik wacht de studenten altijd graag op na het tentamen om met name twee redenen. Allereerst is het prettig om samen met de studenten stoom af te blazen na het tentamen. De toets zit nog vers in het geheugen en studenten kunnen de docent direct voorzien van inhoudelijke feedback. Op deze manier weet ik als docent direct welke vragen aandacht behoeven voor herziening, voordat ik deze doorzet naar het toetsbureau. Ik pak mijn pul van Kallenberg er nog eens bij en loop de betreffende vragen nog eens inhoudelijk langs. Door de vragen direct te herzien, loopt het nakijkproces geen onnodige vertraging op. De tweede reden is praktisch van aard. Ik vind het prettig om de tentamensetting van de studenten te ervaren. In welk lokaal zitten ze? Hoe is het klimaat in het lokaal geregeld? Hoeveel tijd besteden de meeste studenten aan het tentamen? Allemaal waardvolle informatie voor een docent om mee te nemen voor het volgende toetsmoment.
Anoniem nakijken wordt de eerste stap
De nakijkbubbel in
Blij dat het eerste tentamen in de pijplijn zit, maak ik me alvast op voor mijn tachtig schriftelijke tentamens later in de week. Ik zie hier eerlijk gezegd als een bult tegenop. In de afgelopen weken trok ik links en rechts wat collega’s aan hun mouw om de beste nakijktrucs te verzamelen om zo moed te krijgen om deze stapel te masteren. Echt eenduidige antwoorden kwamen er niet, behalve dat zo min mogelijk afleiding een must is. Op zoek naar een rustige plek dus volgende week. Ter voorbereiding op de kwaliteit van het nakijken bladerde ik mijn boek toetsen in het hoger onderwijs nog eens door. Het boek gaf me de nodige handvatten om de beoordelingsverschillen zoveel mogelijk te reduceren. Anoniem nakijken wordt de eerste stap. Ik had nooit eerder stilgestaan bij de mogelijke risico’s van dit punt; ik kon me juist verheugen op het tentamen van een student waarvan ik een pareltje van een uitwerking verwachtte. In het woord verwachtte zit juist de crux. Het zogeheten halo-effect, de neiging om een student die bekend staat om goede resultaten bij een mindere prestatie wat hoger te beoordelen dan gerechtvaardigd is, komt om de hoek kijken. Het tegenovergestelde horn-effect, tackel je ook door anoniem na te kijken. Daarnaast is het sequentie-effect; het effect waarbij de docent zich ten onrechte mede laat leiden door een of meer voorafgaande beoordelingen, goed op te lossen door de antwoorden per vraag na te kijken en niet per student. Met deze tips ga ik volgende week in mijn stiltehokje zitten, vergezeld met mijn koptelefoon. Een nakijkbubbel is namelijk niet compleet zonder muziek. Overdag houd ik de relaxte mood erin met een lekkere playlist van Bach en voor de oppeppende variant in de avond en nacht ga ik onvoorwaardelijk voor de Happy Hardcore (generatiedingetje denk ik).
Weg met die hanenpoten!
Plannen, risico’s uitsluiten, theoretisch onderlegde tips en de juiste muziek. Efficiënter en sneller kunnen we het nakijken toch niet maken? Toch wel. Ik smacht werkelijk naar de dag dat alle toetsen digitaal worden afgenomen. Het is toch enigszins vermakelijk dat een docent anno 2018 nog steeds een stapel handgeschreven vellen (ja, die hanenpoten zorgen ook voor een hoop nakijkvertraging) ophaalt bij het examenbureau? Ik stuitte na wat speurwerk op SURF, een ICT-samenwerkingsorganisatie van het onderwijs en onderzoek in Nederland, waar je als docent naar hartenlust de ontwikkelingen kan volgen op het gebied van digitale toetsing. Dankzij SURF gaat de wondere wereld van digitaal toetsen voor me open. Het werkboek Veilig toetsen staat als eerste op mijn leeslijst als ik straks in mijn hangmatje ergens in de bergen van Italië lig. Naar mijn mening wordt iedereen uiteindelijk blij van digitaal toetsen. De student is blij, omdat toetsen op de computer worden afgenomen (sneller, efficiënter en blended). Docenten zijn blij, omdat handschriften ontcijferen ze bespaard blijft en ze toetsen digitaal kunnen beoordelen. Het klinkt me als muziek in de oren; een digitaal toetsarchief (dat scheelt flink wat papier!), een lijst met herbruikbare feedbackstandaarden, rubrics of antwoordsleutels die ik direct kan koppelen aan een tentamen. Best practices delen binnen en buiten de hogeschool met andere collega’s; fantastisch toch?
Dus dat. Tot september!