‘Veel voldoening in een dynamische omgeving’

Al sinds 1992 werkt Mariska Musch bij Avans Hogeschool. Het werken in het hbo bevalt haar zeer goed. Ze heeft mooie stappen kunnen zetten in al die jaren en heeft verschillende functies bekleed. Van projectmanager en accountmanager tot vertrouwenspersoon. En nu ‘meewerkend voorvrouw’ op het Studentendecanaat.

Klaar ervoor
Het Studentendecanaat spreekt studenten die met omstandigheden kampen die de studievoortgang beïnvloeden. ‘Van gescheiden ouders tot zieke familieleden, van faalangst tot een conflict met een docent. Ze komen bij ons via bijvoorbeeld de Studieloopbaanbegeleider, maar ook rechtstreeks. Wij voeren gesprekken en bieden advies, hulp, begeleiding en soms mediation. We verzorgen trainingen en verwijzen waar nodig door naar professionele hulpverleners.’ Een opleiding voor decaan bestaat niet. Je moet er klaar voor zijn en de nodige werk- en levenservaring en empathisch vermogen op zak hebben.

Hecht team
Ze voert nog steeds gesprekken, naast haar leidinggevende werkzaamheden als teamcoördinator. ‘In 2016 hebben wij 17 studentendecanen en 2 assistenten. We vormen een hecht team. Houden elkaar scherp, houden intervisies én we kunnen bij elkaar terecht om te sparren of te spuien. Want wat we met de studenten bespreken is vertrouwelijk en delen we alleen met elkaar.’ Naast haar eigen team heeft ze veel contact met andere collega’s. Van docenten tot directie en van de Examencommissie tot de Academiebureaus.

Dynamisch
‘Ik gedij goed binnen het hbo. Het is een dynamische omgeving. Er lopen hier veel eigenwijze en kritische personen rond. Zolang het geen cynisme wordt, is dat leuk en nooit saai! Bovendien heb ik binnen Avans alle ruimte gekregen om te komen waar ik nu sta. Er zat geen jaar tussen dat ik mezelf níet heb kunnen ontwikkelen.’

Voldoening
Daarnaast haalt ze veel voldoening uit haar eigen functie. ‘Dat je iemand die helemaal vast zit, nét dat zetje kunt geven de goede kant op! Wij lossen niks op, dat moeten de studenten zelf doen. Maar met luisteren en een spiegel voorhouden kun je ze wel een eind op weg helpen. Lukt dat? Dan word ik daar erg blij van.’