Amber Beernink
Amber Beernink
Docent Interieurarchitectuur
Werkzaam bij Hogeschool der Kunsten Den Haag

‘Ik vind mezelf een betere docent als ik minder praat’

Ze studeerde op een Technische Universiteit en op een Academie voor Bouwkunst. Dat was op zich al een wereld van verschil. ‘De sfeer op de kunstacademie was nog weer vrijer, opener, er is meer focus op de eigen fascinaties van de student en meer ruimte voor experiment in het creatieve proces.’ Nu heeft ze een eigen praktijk als zelfstandig architect en geeft ze daarnaast les op de KABK. ‘Toen ik hier voor het eerst binnenliep, kreeg ik meteen een Bauhaus gevoel: een activerende omgeving voor jonge ontwerpers en kunstenaars, waarin onderwijs overal kan plaatsvinden. Niet alleen in een klaslokaal.’

‘Ik geef zelden college en kijk nooit iets na’

Ze studeerde Bouw- en Ontwikkelingskunde aan de TU in Eindhoven. Daarna ging ze werken bij architectenbureaus en naar de Academie voor Bouwkunst in Amsterdam. Na haar afstuderen begon ze voor zichzelf. ‘De verschillende manieren van denken en werken kwamen toen mooi samen. Van meer onderzoekend tot meer vrij.’ Nu geeft ze, naast haar eigen bedrijf Novamber, alweer zeven jaar les op de KABK. ‘Eerder had ik op de TU en de academie lessen verzorgd. Mijn ouders waren ook beiden docent. Maar goed, de ene docentenrol is de andere niet. Juist de vorm van lesgeven bij de KABK ligt mij goed. Ik begeleid studenten in het ontwerpen, in hun creatieve proces. Ik sta zelden college te geven en kijk nooit iets na. Het draait hier niet om ‘performen’; het is eerder vertellen en vervolgens sámenwerken en coachen. Sterker nog, ik vind mezelf een betere docent als ik minder heb gepraat.’

Creatieve werkvormen

Ze werkt drie dagen voor zichzelf en geeft anderhalve dag per week les. Ze doceert op twee verschillende afdelingen: een halve dag in het voorbereidende jaar, waarbij ze studenten helpt een portfolio op te bouwen, en een dag bij de batchelor. ‘In het begin was ik meer tijd kwijt aan voorbereiden; maar dat betaalt zich later terug. Heb je eenmaal een goed plan, dan loopt het vanzelf. Bovendien weet je steeds beter welke didactische methodes en werkvormen goed werken, en kun je meer gaan improviseren; doen wat de situatie in de klas op dat moment vraagt. Het experimenteren vraag ik niet alleen van mijn studenten, maar doe ik ook zelf als docent. Zo heb ik bijvoorbeeld dans gebruikt als analysemethode voor een ruimte, die vrijheid heb je hier gewoon. Ik heb ook een didactische cursus gevolgd. Eén filmpje vond ik zó inspirerend; dat gebruik ik nog steeds in mijn lessen.’

Stapsgewijs gaan lesgeven

De afwisseling tussen haar eigen praktijk en het lesgeven op de academie bevalt haar goed. ‘Zit ik in mijn eentje te werken of samen met een bouwteam, dan is dat de wat hardere, zakelijke wereld. Op de academie is het veel meer mensenwerk. Je bent aan de slag met mensen – gemotiveerde studenten én collega’s. Wie overweegt om te gaan lesgeven, maar niet zeker weet of het wat voor hem of haar is, kan ik meegeven dat het prima mogelijk is om het geleidelijk te gaan doen. Ik ben zelf ook gestart als ‘visiting critic’. Je kunt gastlessen verzorgen, of eerst alleen een workshop geven.’

Wat heb jij te bieden?

Vanuit haar eigen expertise en ervaring brengt ze haar studenten dingen bij die ze zelf waardevol vindt. Meteen een mooie tip: ‘Bedenk wat je mensen die in de toekomst hetzelfde gaan doen als jij, te bieden hebt. Vind je het leuk om dat de delen? Dan ben je al een heel eind. Wat mijzelf de meeste energie geeft, is als ik studenten zie groeien, of zie hoe serieus ze aan opgaven werken. Als ze zó lekker bezig zijn dat ze na de les gewoon doorgaan, dan is mijn les goed gelukt.