Terug naar blogoverzicht

Hbo en corona, ineens is alles anders

Het is alweer een tijdje geleden dat ik mijn laatste blog schreef voor Werkenbijhogescholen.nl. Ik had wel wat ideeën op de plank liggen, maar de tijd ontbrak om deze uit te werken. En nu is daar ineens corona en is alles anders.

Indrukwekkend

Ik woon zo ongeveer midden in wat op dit moment wordt beschouwd als het epicentrum van de corona-uitbraak. Heftig en indrukwekkend, want wat eerst cijfers waren, worden steeds meer namen. Namen van mensen die besmet zijn met het virus, die opgenomen zijn in het ziekenhuis, die in coma liggen op een intensive care of zelfs overleden zijn. En toch wil ik deze blog niet te somber maken en me beperken tot de invloed van het coronavirus en de verschillende maatregelen op het werken in het hbo. Daar is deze blog tenslotte voor: een kijkje bieden in de keuken van het hbo.

Wat nog mild begon

Want uiteraard ontkomen hoger onderwijs instellingen ook niet aan de uitbraak van dit virus, aan de maatregelen die er opgesteld zijn en aan de verantwoordelijkheid om gezamenlijk dit virus zo goed en kwaad als kan te lijf te gaan. Wat begon met meer aandacht voor het handen wassen en andere hygiëne adviezen (bij de toiletten hingen bijvoorbeeld stickers om studenten en medewerkers hierop te attenderen), ging over in adviezen om waar het kan thuis te werken (met name voor Brabanders) en liep op tot het schrappen van al het fysieke onderwijs. En we zijn nog in onzekerheid over het vervolg.

En toen moest er dus met man en macht gewerkt worden om onderwijs op afstand op te zetten.

Alle hens aan dek

En toen moest er dus met man en macht gewerkt worden om onderwijs op afstand op te zetten. Van het bedenken van oplossingen tot regelen van de technische details, van het informeren van studenten tot het opnemen van kennisclips, van het uitproberen van verschillende tools tot het uitvoeren van een online werkcollege. Sommige opleidingen hadden al veel online staan: zo zetten we in het experiment leeruitkomsten bij deeltijdopleidingen in op blended leren, waarvan online leren een component is. Daarnaast zijn er onderwijsprogramma’s waarbij studenten die in het buitenland verblijven al online worden begeleid (overigens gaf dat weer andere vragen: hoe krijg je deze studenten weer veilig en op tijd naar huis?). Voor andere opleidingen was het wat nieuwer. Een van de belangrijkste adviezen was dan ook: houd het simpel en blijf zoveel mogelijk bij de systemen die je al gebruikt. Zodat het niet alleen voor de docent, maar ook voor de student te behappen blijft.

Delen van kennis en ervaringen

Via verschillende kanalen worden er in de HAN informatie en good practices gedeeld. Met welke tools werken we bij de HAN? Welke tools kan ik inzetten voor welk type onderwijs? Hoe zorg ik, ook online, voor activerend onderwijs? Er worden mogelijkheden gecreëerd om vragen te stellen en oplossingen te zoeken voor (technische) problemen. Je ziet al langzaam de nadruk verschuiven van vragen van technische aard naar vragen over didactische aanpak. En er komen nu ook meer vragen over toetsing, want hoe doe je dat online? Niet alleen binnen de HAN wordt er gedeeld, ook daarbuiten. Je hoeft maar even rond te neuzen op LinkedIn of een paar nieuwsbrieven te lezen van onderwijsadviesbureaus en je hebt een bult aan informatie. Mooi dat iedereen elkaar wil helpen en stiekem kijk ik soms al wat vooruit: wat zou dit opleveren voor de langere termijn?

Je ziet al langzaam de nadruk verschuiven van vragen van technische aard naar vragen over didactische aanpak.

Werken op afstand

Niet alleen het onderwijs op afstand krijgt zo een vlucht, ook het online werken (want #blijfthuis). We bellen en mailen elkaar, we hebben online vergaderingen. De ene keer met z’n drieën, een andere keer met veel meer dan dat. Heeft iedereen de camera aanstaan en doet het geluid het? En wat kom je toch op je best over op het beeld…  We leren ook bij, elke keer heeft er wel iemand nog een tip of handigheidje om te delen. Veel vergaderingen zijn een stuk effectiever en kunnen eerder worden beëindigd dan gepland (dat mogen we ook na deze crisis best vasthouden). Ik heb zelfs een online proefvisitatie meegemaakt, waarbij zowel de panelleden als de deelnemers ieder op hun eigen werkkamer deelnamen aan verschillende (online) sessies waarin ze met elkaar spraken over de kwaliteit van de opleiding. En dat ging nog best aardig.

Agenda

Ook op die visitaties heeft deze crisis invloed, sommige locatiebezoeken worden opgeschort en de voorbereiding is verre van ideaal als je elkaar niet kunt ontmoeten. Gelukkig neemt ook de NVAO daar maatregelen in. Maar niet alleen zo’n locatiebezoek is uit mijn agenda geschrapt, ook verschillende studiedagen en congressen gaan niet door. Leegte in de agenda. Aandacht voor andere zaken, zoals het ondersteunen van onderwijs op afstand (en ook die van heel dichtbij, in de woonkamer, van de kinderen) en het ondervinden van online- en thuiswerken. Dat houdt namelijk ook in dat je veel meer uur aan je computer werkt dan gewoonlijk. Dan wissel je het namelijk af met afspraken, met overleg, met je verplaatsen van de ene naar de andere locatie. Bewegen hoort wat mij betreft ook op de agenda om de dag fit af te kunnen sluiten.

Mooi dat iedereen elkaar wil helpen en stiekem kijk ik soms al wat vooruit: wat zou dit opleveren voor de langere termijn?

Tot slot toch nog even serieus

Ik heb dit nu op papier gezet, maar in deze tijd kunnen dingen snel veranderen en is wat ik geschreven heb op het moment dat jij dit leest wellicht alweer achterhaald. Ik heb de laatste dagen vaak gehoord: “Dit hadden we twee weken geleden niet kunnen denken…”. Woorden als sociale onthouding en de elleboog groet (wat nu al niet meer mag) zijn ineens ingeburgerd. Ik wens ieder die dit leest veel sterkte en gezondheid toe! En in de woorden van Bruno Bruins: “let een beetje op elkaar!”