Een kijkje in andermans keuken
Vorige week nam ik deel aan een conferentie voor onderwijsprofessionals die zich richten op praktijkgericht onderzoek. Ik deelde kennis en ervaringen in de vorm van een posterpresentatie met resultaten van mijn eigen onderzoek. Tijdens mijn posterpresentatie deelde ik kennis en ervaringen over de resultaten van mijn eigen onderzoek, en heb ik nieuwe informatie opgehaald bij andere conferentiedeelnemers. Door de vele kijkjes in andere praktijkgerichte onderwijskeukens ben ik met veel mooie inzichten en inspiratie weer professioneel verrijkt naar huis gegaan. Onderweg besefte ik me dat de mogelijkheid om ook eens een kijkje te nemen in de keukens van andere professionals het werk in het hbo zo leuk en afwisselend maakt.
Conferenties
Binnen mijn loopbaan in het hbo was dit mijn tweede conferentie. Er waren keynotes, workshops, themagroepen, ronde tafelsessies, posterpresentaties en nog meer vormen van kennisuitwisseling op het programma om uit te kiezen. Met de conferentie-app had ik van tevoren mijn schema gevuld en er was een grote diversiteit aan onderwerpen om te kiezen. Bij sommige sessies ging ik vol nieuwe ideeën de deur uit en bij andere was ik geïnspireerd door de manier waarop de onderzoekers hun onderzoek hadden opgezet of uitgevoerd. Zelfs in sessies waarvan de inhoud niet helemaal overeenkwam met mijn verwachtingen, ontdekte ik altijd wel ‘iets’ om mee naar huis te nemen. In elke sessies zat wel een ‘haakje’ naar mijn eigen werkpraktijk, soms een handige werkwijze om mijn eigen afstudeerders beter te begeleiden, soms onderzoeken die hebben geholpen bij het onderbouwen van mijn aanpak in het onderwijs en waarom ik bepaalde dingen doe.
Dit is hoe beroepsonderwijs bedoeld is: opleiding en praktijk vormen samen de kern van de studie.
Leren in de praktijk
Wat ik zeker mee naar huis neem van deze conferentie, is de bevestiging van hoe mooi leren op de hogeschool als in de praktijk met elkaar verbonden zijn. In gesprek met mede-congresbezoekers werd me duidelijk dat onze studenten veel tijd kunnen doorbrengen in de stagepraktijk. Zij brengen namelijk 40% van hun opleiding door op hun stageschool. Ik ben er aan gewend en ga er daarom vanuit dat iets ‘gewoon’ is, maar door ervaringen uit te wisselen met (internationale) collega-lerarenopleiders kon ik ook reflecteren op hoe wij dit aspect van de studie vormgeven.
Dankzij onze nauwe samenwerking met betrokken schoolbesturen van de opleidingsscholen, is er slechts een dunne lijn tussen het ontwikkelen van onze studenten op de Pabo en hun praktijkervaring voor de klas op de basisschool. Zo leiden we samen op, waarbij onze kernteams hiervan een mooi voorbeeld zijn: een groep studenten die een jaar lang stage loopt wordt hierbij in de praktijk begeleid door een team van samenwerkende instituutsopleiders van de Pabo en schoolopleiders van de opleidingsscholen. Dit is hoe beroepsonderwijs bedoeld is: opleiding en praktijk vormen samen de kern van de studie.

Co-creatie
Tijdens de lunch legde ik aan een mede-congresbezoeker uit dat we samen met onze basisscholen in de opleidingsschool het curriculum van de opleiding afstemmen en gezamenlijk onderzoek uitvoeren, zij viel nog net niet van haar stoel van verbazing. De ene na de andere praktische vraag over hoe wij op onze opleiding met deze co-creatie vormgeven volgde en de lunchbreak was voorbij voordat we er erg in hadden. Al lopend naar de volgende sessie, realiseerde ik me dat we in onze dagelijkse praktijk continu bezig zijn met het bedenken van manieren om dingen te verbeteren. Toch is ook fijn om af en toe even stil te staan en te beseffen dat wat we al doen goed is en, in dit geval, ook echt even trots kunnen zijn.
Misschien doen we dingen verschillend, maar daar zit misschien wel onze kracht.
De vergelijkingsstand
Bij deze conferentie was het mogelijk om je aan te melden voor schoolbezoeken op lokale basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs. Mijn juffenhart kon deze kans niet laten schieten en als een waar schoolreisje stapten we ‘s ochtends in de bus. Bij aankomst bij de school schoot ik als het ware direct in de ‘vergelijkingsstand’. Hoe zijn de lokalen ingericht? Vanuit welke didactiek werken ze hier? Hoe is het dagprogramma? Hebben ze hier ook te maken met een lerarentekort? Na de eerste indrukken en een warm welkom van een bevlogen schooldirecteur werd ik me door gesprekken met juffen, meesters en leerlingen bewust van iets belangrijkers dan de verschillen die ik in eerste instantie observeerde: onze gezamenlijke passie om als scholen en opleiders de kinderen van onze gemeenschappen goed onderwijs te bieden doormiddel van goed opgeleide leerkrachten.
Onverwachte ontmoetingen
Misschien doen we dingen verschillend, maar daar zit misschien wel onze kracht. Door met elkaar hierover in gesprek te gaan, te spiegelen en te reflecteren, blijven we, als docenten, praktijkbegeleiders en onderzoekers nieuwsgierig en onderzoekend. Een conferentie is dan ook een perfecte plek voor deze dialoog, onverwachte ontmoetingen en om een kijkje in andermans keuken te nemen; ervaringen die niet zouden plaatsvinden als we onze eigen ‘thuisbasis’ nooit zouden verlaten.