Durf te dromen
Terwijl ik langzaam begin af te tellen naar het einde van dit slopende jaar, blijven studenten hardop dromen van een buitenlands avontuur in februari. Naïef? Of juist niet?
Lesgeven in tijden van corona: er is veel over gezegd en geschreven. In mijn vorig blog heb ik de voordelen van het online werken beschreven. Het is zonder meer de meest innovatieve periode in mijn bestaan als docent en ik hoop van harte dat blended onderwijs een blijvertje wordt. Maar toch: het begint wel te knagen dat online lesgeven. Misschien komt het door de herfst dat ik nu wat minder energiek ben. In maart en april gingen we naar de zomer toe en dachten we nog enigszins naïef dat we na de vakantie weer volop op school aan de bak konden. Maar de werkelijkheid is anders: het virus is vooralsnog niet te stoppen en met de donkere dagen in het vooruitzicht wordt onze stemming er niet beter op. De mijne ook niet.
Behangen
Het is herfstvakantie als ik dit stukje schrijf. In mijn hoofd wil ik nog van alles, maar mijn lichaam zegt nee. Mijn werkkamer is een chaos. Ik ben begonnen om het behang van de muur te trekken – ik werd gek van de blauwwitte strepen – maar het kost mij moeite om daadwerkelijk naar de bouwmarkt te gaan om spullen te halen. Sowieso ben ik slecht in behangen. Insmeren lukt nog wel, maar die rollen erop plakken: nee, daar ben ik te onhandig voor. Gelukkig heeft mijn vrouw ook vakantie. Als arts heeft ze hectische weken achter de rug. Behangen geeft haar afleiding. Althans, dat hoop ik.
De grote vraag is: gaat de exchange van februari 2021 door?
Onzekerheid
Ook op een andere manier knaagt het in mij. Ik word onzeker van de voortdurende onzekerheid over internationalisering. De grote vraag is: gaat de exchange van februari 2021 door? Mijn werkgever, de Hogeschool Inholland, wil zo veel mogelijk opties open laten. En dat betekent, zoals dat zo mooi heet in deze dagen, zo veel mogelijk maatwerk. Maar hoe kan ik als coördinator internationalisering nu weten of het in februari veilig is in Lodz? De corona-situatie verandert met de dag. Waarom durft niemand te zeggen: we doen het gewoon niet?
Noodhospitaal
Het contrast met het werk van mijn vrouw is groot. Zij kampt met een corona-uitbraak in haar verpleeghuis en probeert zo veel mogelijk van thuis uit de zorg te coördineren. Onlangs zat ik in een teamsessie om te brainstormen over ons nieuwe internationale beleid. Een etage onder mij zat mijn vrouw te werken in de logeerkamer. Het was een soort digitaal noodhospitaal. Terwijl een collega van haar in beschermde kleding alle corona-patiënten langsging, was zij stand-by om alle familieleden in te lichten. Onderwijl kwam er bij mij een mail binnen. Een student van een andere opleiding had begrepen dat wij nog Exchange-plekken over hadden in Madrid. Of hij op ons account naar Spanje kon?
Madrid
Zal deze student echt niet doorhebben dat in Madrid de noodsituatie is uitgeroepen? Dat er echt niemand meer in of uit kan? Zijn er echt studenten die gewoon onder een steen leven? Ja, die vragen dwarrelen door mijn hoofd. Zeker nu het contrast met mijn eigen huis zo groot is. Madrid? Ja, ik ben er ook geweest. Koester ook mooie herinneringen. Maar ik durf er voorlopig niet aan te denken. Maar die student wel. Dat knaagt. Of juist toch niet?
Zal deze student echt niet doorhebben dat in Madrid de noodsituatie is uitgeroepen? Dat er echt niemand meer in of uit kan?
Hoe langer ik hierover peins, hoe meer gevoel ik toch voor die student krijg. Voor zijn aan naïviteit grenzende optimisme. Alsof hij er vanuit gaat dat we in het voorjaar weer normaal les kunnen geven. Alsof hij de lente al kan ruiken, terwijl bij ons de donkere dagen nog moeten komen. Alsof hij weet dat in het voorjaar het Bernabéu-stadion van Real Madrid weer tot de nok gevuld zal zijn.
Ik durf het niet te dromen. Hij wel.