Docent: het meest veelzijdige vak!
Docent zijn is buitengewoon veelzijdig. Geen dag is hetzelfde. Het ene moment geef ik een hoorcollege aan een grote groep studenten tegelijkertijd. Het andere moment geef ik één-op-één begeleiding aan een vierdejaars afstudeerder. Er zijn dagen bij waarop ik alleen maar voor de klas sta. En dagen waarop ik op mijn werkkamer lessen aan het voorbereiden ben. Tussendoor ga ik dan nog even op bezoek bij de werkplek van een stagiair. Spreek ik in de gang een student waarmee het momenteel niet zo goed gaat. En probeer ik de samenwerking tussen verschillende leden van een projectgroepje weer lopend te krijgen.
Ik ben gastvrouw, presentator, didacticus, pedagoog en coach in één. Oftewel: docent!
De dynamiek en afwisseling van mijn vak vind ik heerlijk. Lesgeven aan een omvangrijke groep in een grote collegezaal geeft een hele andere energie dan het begeleiden van mijn kleine mentorklas. Waar ik tijdens een hoorcollege toch vooral aan het presenteren ben, ben ik bij de begeleiding van mijn studenten veel meer aan het coachen. Iets totaal anders.
Goede sfeer
De studenten die ik voor me heb tijdens een hoorcollege ken ik van gezicht en soms bij naam. Een echte verbinding met de student is op zo’n moment minder haalbaar. Daarvoor is de groep simpelweg te groot. De sfeer is gelukkig wel goed. Hier let ik ook extra op. Ik probeer een optimale leeromgeving te creëren door een veilige sfeer te bewerkstelligen waar iedereen zichzelf kan zijn. Dit klinkt nogal zwaar. Het is eigenlijk heel simpel. Ik probeer ervoor te zorgen dat de sfeer in mijn klas gastvrij, welkom en warm is. Ik doe dit door de studenten bij binnenkomst zoveel mogelijk persoonlijk welkom te heten. Ik zorg ervoor dat ik met alle studenten minstens één keer oogcontact heb. Ik zoek de interactie op en geef ruimte voor vragen. En het mag ook best gezellig zijn! Discussiëren, vragen stellen en ook grappen maken. Die sfeer en die dynamiek geven mij een blij gevoel.
Ik probeer een optimale leeromgeving te creëren door een veilige sfeer te bewerkstellligen waar iedereen zichzelf kan zijn.
Ook tijdens de werkcolleges let ik op de sfeer. De groepen van de werkcolleges zijn minder groot, waardoor de verbinding met de student makkelijker gemaakt kan worden. Nu is er tijd om even te vragen hoe het gaat. Je leert je studenten beter kennen. Op deze momenten voel ik me eerder een coach dan een leerkracht. Die gesprekken zijn ontzettend leuk en waardevol. Enerzijds omdat ik zo meer inzicht krijg in hoeverre de studenten de stof begrijpen en anderzijds krijg ik zo meer inzicht in de studenten als persoon.
Verschillende rollen
Je hebt als docent dus verschillende rollen. Ik schreef al dat ik zelf erg alert ben op een prettige sfeer in de klas. Ik vervul op dat moment de rol van de gastvrouw. Ik heet iedereen persoonlijk van harte welkom in mijn klas. Als ik vervolgens aan het vertellen ben, vul ik de rol van presentator en didacticus in. Ik moet er tenslotte ook voor zorgen dat de student aan het eind van de rit ook nog iets geleerd heeft, nietwaar? Daarnaast moet ik soms de klas even tot stilte manen, als het iets te gezellig wordt. Of ingrijpen als er lacherig wordt gereageerd op een student die een vraag stelt. Dan schiet ik in de rol als pedagoog. Al met al ben ik de hele tijd met ontzettend veel verschillende aspecten bezig. Dat hoort allemaal bij het vak. En dat is me toch leuk!
De coachende docent
Het begeleiden van studenten is aldus ook onderdeel van het vak docent. Ik ben zelf studentbegeleider van twee mentorklassen met in totaal een twintigtal eerstejaarsstudenten. Deze studenten ken ik goed. Ik zie mijn mentorklassen iedere week. Ik probeer de studenten wat mee te geven over het roer in eigen handen nemen. Zelf aan het stuur staan. Realistische doelen stellen en daarvoor gaan. Allerlei verschillende aspecten komen hier voorbij: communicatiestijlen, kernkwaliteiten, belemmerende gedachten doorbreken, feedback geven, etc. De rol die ik hier met name probeer te vervullen is de rol van coach.
Het coachen hoort onlosmakelijk bij een goede docent
Het coachen van studenten is voor mij nog vrij nieuw. Ik ben nog aan het leren hoe ik dit goed doe. Ik ben van nature geneigd om al meteen met hulp en oplossingen te komen. Het valt nog niet mee om dat niet te doen! De student wil meestal ook het liefst een kant en klare oplossing en zit niet altijd te wachten op reflecterende of kritische vragen. “Zeg maar gewoon wat ik moet doen mevrouw!” Om dan niet in de rol van hulpverlener te schieten is verdraaid lastig. Het coachen hoort onlosmakelijk bij een goede docent. Het is misschien wel mijn belangrijkste rol om zelfontplooiing van de student mogelijk te maken. Mijn neiging om de hulpverlener uit te gaan hangen moet ik onderdrukken.
Lesgeven is nooit saai! Laat mij maar steeds wisselen van rol. Daar groei ik van.
Zou ik puur en alleen coach willen zijn? Nee. Zou ik puur en alleen didacticus willen zijn? Nee! Of presentator? Ook niet. Ik vind juist de afwisseling zo leuk. Lesgeven is nooit saai! Laat mij maar steeds wisselen van rol. Daar groei ik van.
De volgende keer zal ik eens schrijven over een minder leuk aspect van docent zijn: nakijken… Wordt vervolgd!