Terug naar blogoverzicht

De docent of de student die je altijd is bijgebleven

Het mooie aan de verhalen over docenten van vroeger vind ik altijd de invloed die deze dames en heren hebben gehad op de keuzes van hun vroegere leerlingen. Hun manier van lesgeven heeft ertoe bijgedragen dat ook zij voor een baan in het onderwijs zijn gegaan.

Docenten vertellen

Het magazine van de AOB (de onderwijsvakbond) heeft een leuke rubriek: een docent vertelt over zijn/haar favoriete docent van vroeger en vice versa, mits hij of zij er nog is natuurlijk. De docent, die destijds zelf nog maar net droog was achter de oren, is vaak nog aan het werk en staat soms op dezelfde school, wat helemaal bijzonder is. De meeste oud gedienden zijn al jaren met pensioen en hebben een leeftijd waar je u tegen zegt, maar zijn nog o zo scherp van geest. Als dat nog een bijkomend aspect is van deze professie, dan teken ik ervoor. Echter, ben ik nu al slecht in het onthouden van namen en heb ik de neiging om studenten in een andere context gewoon niet te herkennen. In de supermarkt bijvoorbeeld: “hee mevrouw!!” Ik: huh??

De Breakfastclub

Ik had vroeger zelf ook een paar van zulke docenten en daar ben ik dankbaar voor. Ik zat op een grote Amsterdamse scholengemeenschap met een klein gymnasiumklasje, een van de eerste lichtingen. Ze wilden de kinderen uit de volksbuurten de mogelijkheid bieden om klassieke talen te leren. Het gymnasium had destijds nog wel een elite-imago en als je een twijfelgevalletje was paste je er niet.
Toen het gymnasiumklasje een paar jaar draaide, kregen we ook een paar drop-outs van het gerenommeerde Barlaeus. We waren echt een gek klasje: twijfelgevalletjes van hele diverse pluimage en dat ook letterlijk met de punkies erbij en onze getoupeerde haren. De docenten noemden ons klasje de Breakfastclub’ naar de populaire film uit 1985 over een vergelijkbaar samengeraapt zooitje leerlingen.

Als we tijdens een les bezig waren met een stukje Grieks vertalen en we daar niet zo’n zin in hadden, was meneer Zwart vaak wel te verleiden tot het vertellen van een verhaal.

Tragedie

Onze docent klassieke talen was meneer Zwart. Ik herinner mij hem als de dag van gisteren, en hij mij en de rest van het klasje ook zo bleek, toen ik hem een paar jaar geleden een briefje stuurde en ik een uitgebreide brief terug kreeg. Ik herkende zijn handschrift meteen want meneer Zwart maakte altijd handgeschreven repetities, hij had nooit leren typen.
Als we tijdens een les bezig waren met een stukje Grieks vertalen en we daar niet zo’n zin in hadden, was meneer Zwart vaak wel te verleiden tot het vertellen van een verhaal. De mooiste Griekse sagen en legenden kwamen dan voorbij en hij wist de moraal van elk verhaal ook altijd te verbinden aan de dagelijkse tragedies van de tieners in zijn klas. Het was zo boeiend, dat we baalden als de bel ging voor het volgende lesuur. Zonder dat er een boek open was geweest, hadden we ongemerkt weer zoveel geleerd.

Terugkijkend naar de afgelopen 10 jaar in het HBO onderwijs, is er ook een hele rits van studenten die mij is bijgebleven.

Sprankelende motivatie voor het vak

Het is ongetwijfeld mede aan meneer Zwart te danken dat ik tijdens lessen graag afwijk van het programma en de ruimte laat voor spontane verhalen. In mijn deeltijdklas zijn het ook vooral de studenten zelf die veel interessante praktijkcases inbrengen en waarmee altijd weer bruggetjes zijn te maken naar de theorie. Het is een kwestie van schakelen en verbinden.
Terugkijkend naar de afgelopen 10 jaar in het HBO onderwijs, is er ook een hele rits van studenten die mij is bijgebleven. Soms door hun uitzonderlijke prestaties of juist door hun vreselijke worstelingen met de studie. Of ze bleven me bij door bijzondere momenten in de klas of hun behulpzaamheid naar medestudenten; docenten in de dop!
En er waren ook studenten die door hun sprankelende motivatie voor het vak opvielen, ook al hadden ze niet de hoogste cijfers. Last but not least en eerlijk is eerlijk: ook de mopperkonten en labbekakken blijven je bij.

Zo ben je student en zo ben je docent

Het gaat wat te ver om ze hier allemaal aan te halen maar de moraal van het verhaal is dat ik in de afgelopen jaren een aantal alumni terug heb zien keren als collega, verrijkt met actuele kennis uit het werkveld en/of met een aanvullende opleiding. Soms komen ze even bijspringen en soms nemen ze de stap om echt terug te keren op het oude nest. Als geen ander weten ze hoe het binnen de opleiding reilt en zeilt en ik ben er heilig van overtuigd dat ze geknipt zijn voor het vak. Het relativeert ook zo lekker. Zo ben je student, zo ben je docent. En zo sta je als broekie voor de klas en voordat je het weet, ben je zelf ook “die oude docent van vroeger” (Natuurlijk nog vitaal, zeer scherp van geest en ver over de honderd;).

Meneer Zwart  is er niet meer en ik zal hem missen op de eerstvolgende reünie.
Ik eindig geheel in de geest van meneer Zwart met een quote van Aristoteles:

Twijfel is het begin van wijsheid.